Een moderne Antonius

Vestdijk zelf heeft deze roman, 1 dr. 1960, een “fantastische roman” genoemd, zoals ook “De kellner der levenden” en wat minder “De redding van Fré Bolderhey”. De roman speelt zich af in het psychische gebied tussen waan en werkelijkheid. De hoofdpersoon Olivier gaat in toenemende mate hallucineren en leeft zo twee levens door elkaar heen. De symboliek is niet vanuit één principe te verklaren. Olivier’s hallucinaties hebben alles met de dood te maken; ze worden bevolkt door velerlei duivels; het is het werk van zijn relatie de arts Dr. Caroli – blijkbaar, maar wij komen dat niet stellig te weten, de opperduivel. Evenals St. Antonius biedt Caroli weerstand; hoewel hij wint en geneest, blijft de duivelse wereld realiteit. Het is een boeiend verteld verhaal en als zodanig niet “moeilijk”. Tussen Vestdijk’s romans neemt deze een bijzondere plaats in door zijn thematiek en humor.