Het AVI-niveau is erg handig bij het leren lezen van kinderen. Het geeft aan hoe moeilijk een bepaald boek is en geeft de leesvaardigheid van kinderen weer op logische wijze. Maar het zegt natuurlijk niet alles.
AVI-niveau
Het AVI-niveau wordt gebruikt om de moeilijkheidsgraad te bepalen van (kinder)boeken. Dit maakt de AVI-schaal erg geschikt voor scholen en bibliotheken om de leesvaardigheid van kinderen vast te stellen. AVI staat voor ‘Analyse van Individualiseringsvormen’, en wordt al gebruikt sinds 1972. Kinderen worden op school met zekere regelmaat getest door de leerkracht, die een niveau van AVI-boeken kan aanbevelen.
Vroeger had deze AVI-schaal 9 niveaus, maar sinds 2008 is er een nieuw systeem dat er 12 heeft. Ook de aanduiding is veranderd, want AVI is nu gekoppeld aan het leerjaar, waardoor de moeilijkheidsgraad per jaar in gelijke stappen toeneemt.
De AVI-niveaus
In het begin van groep 3 krijgt het kind AVI-start, wat wordt opgevolgd door M3 (Midden groep 3) en E3 (Eind groep 3). In groep 4 krijgen kinderen aan het begin M4, later E4 en dat gaat zo verder tot en met groep 7. Het getal wordt hoger per leerjaar, totdat het 7e leerjaar is bereikt. De letter is afhankelijk van de periode van het leerjaar. Na groep 7 komt het hoogste niveau, AVI-plus, waarvan wordt verwacht dat alle kinderen dit niveau hebben na groep 8.
Dit AVI-niveau is de gemiddelde ontwikkeling van de leesvaardigheid van een groep. Kinderen kunnen altijd sneller of langzamer leren lezen dan de rest van de klas, hoewel er wordt verondersteld dat een kind van een bepaalde leeftijd ongeveer de leesvaardigheid van die leeftijd bezit. Met deze gedachte in het achterhoofd worden kinderen ook getest. Het kind is belangrijker dan wat het kind zou moeten kunnen.
Moeilijkheid
Het verschil in moeilijkheidsgraad tussen de verschillende AVI-niveaus zit hem vooral in het complexer worden van de zinsbouw en vocabulaire, en dat de tekst geschreven wordt in kleinere letters bij hogere niveaus. In groep 3 beginnen kinderen met het lezen van makkelijke woorden in korte zinnen met een groot lettertype, vaak met prenten in het boek die de tekst nog beter te begrijpen maken. Vaak is de verhaallijn ook niet zo moeilijk. AVI-plus daarentegen bevat een lang verhaal, een niet al te groot lettertype, weinig korte zinnen en een enkele afbeelding in een van de eerste pagina’s van het boek.
Het is belangrijk om op te merken dat kinderen boeken van elk AVI-niveau mogen lezen dat ze willen. Het is niet schadelijk voor ze als ze ‘te makkelijke’ of ‘te moeilijke’ boeken lezen. Wat veel belangrijker is, is dat een kind de boeken kiest die het leuk vindt om te lezen, simpelweg omdat ze dan meer willen oefenen met lezen.
Lees ook
- Mo en Tijger | Zelfleesboeken AVI E3 tot en met AVI E5
- AVI-boeken groep 3 | AVI-start, M3 en E3
- AVI-boeken groep 4 | M4 en E4
- AVI-boeken groep 5 | M5 en E5
- Thematitels Kinderboekenweek 2020 En toen?
Uitgelichte afbeelding: 123rf.com